Ze zijn de gezichten van het water- en klimaatbeleid van Nederland. Topdiplomaten, graag geziene gasten bij de groten der aarde. Én Henk Ovink en Marcel Beukeboom zijn opgegroeid in Doetinchem.
Water is van levensbelang. Maar op oneindig veel plekken is er te veel, te weinig. Of is water domweg vies. Henk Ovink (53), speciaal watergezant van de Nederlandse regering en zijn directe collega Marcel Beukeboom (48) speciaal gezant klimaat van de regering hebben van dat water en het klimaat hun levenswerk gemaakt. Wat de gelouterde diplomaten niet wisten toen ze elkaar vijf jaar geleden leerden kennen: beiden zijn ze opgegroeid in Doetinchem.
Ovink is een man die buiten coronatijd de wereld overvliegt om samen met anderen problemen op te lossen. Nu vanachter zijn beeldscherm. Hij reist af in opdracht van de regering, of de Verenigde Naties. Waterprofessor. Staat internationaal in hoog aanzien.
Ovink trad in 2013 in dienst van oud-president Barack Obama Om de gevolgen van orkaan Sandy in de regio New York te bestrijden. Obama noemde hem ‘Henk the water guy’ . In maart 2015 werd hij onze nationale watergezant. Sinds corona uitbrak heeft hij geen vliegtuig meer gezien en werkt hij vanachter zijn computer. ,,Het kan, we hebben daarvoor alles omgegooid. Ik maak nu elke week een digitaal rondje over de wereld. Maar ik vind het persoonlijk helemaal niks. Zonder mensen, zonder plekken, zonder echt contact.”
Ook Beukeboom reist veel en ook hij is kind aan huis bij de groten der aarde. Hij -,,Corona maakt het werk lastiger, diplomatie is een contactsport”- werd in 2016 aangesteld als speciaal gezant klimaat. ,,Binnen een maand had ik een afspraak met Henk. Hij had ervaring, ik wilde de fijne kneepjes van het vak leren. Sindsdien werken we nauw samen. Het heeft zeker een jaar geduurd voor we van elkaar wisten dat we beiden uit Doetinchem komen.”
Twee globetrotters uit de Achterhoek die moeder aarde moeten redden. Ze hebben gezocht naar verklaringen waarom ze elkaar nooit eerder hebben ontmoet. ,,Er zitten vijf jaar leeftijdsverschil en een halve stad tussen.” Ze deden aan verschillende sporten, zaten niet op dezelfde scholen.
Bron: De Gelderlander
Foto: Jan van den Brink
Lees het hele artikel